Egelopvang Laarbrug zit bomvol
Alie Lindeboom met egel

Egelopvang Laarbrug zit bomvol

LAARBRUG - Bij de egelopvang Laarbrug tussen Ommen en Vilsteren is het elke dag weer passen en meten. Het zit bomvol en als er weer een paar hokken weer vrij zijn, zitten die binnen de korste keren weer vol. De laatste maanden wordt de opvang overspoeld met achtergelaten jonge egeltjes die te klein en te zwak zijn om op eigen kracht de koude wintermaanden te overleven.

Alie Lindeboom één van de plusminus vijftien vrijwilligers, heeft het druk met alle egeltjes die gebracht worden. "De volwassen egels hebben te laat jonkies gekregen." Dat komt door het aanbod van eten. Er zijn bijvoorbeeld minder insecten en dat is wat ze graag eten. Daardoor beginnen ze later in het jaar met voortplanten, waardoor de tijd nu in de weg gaat zitten voor de geboren egels. Moederegel vertrekt, want die gaat zich klaarmaken voor de winterslaap. Ze laat haar kinderen in de steek en die hebben de tijd niet meer om op gewicht te komen voor hun eigen winterslaap. Dus dan komen ze hier." Vorig jaar werden er in totaal 360 egels opgevangen. Dit jaar hebben vanaf 1 juni er al 322 opgevangen, wat aangeeft hoe druk het is.

Schoonmaken

Alie is samen deze ochtend met nog drie tot vier vrijwilligers druk geweest. "Van half negen tot twaalf uur zijn we bezig geweest met het schoonmaken van de hokken en ook bakjes. Het kost heel veel tijd." Op elk hokje staat duidelijk aangegeven hoeveel egels erin zitten en wat ze voor eten ze moeten krijgen. We hebben een koude kant en warme kant. De koude kant is de ruimte waarin de egels zitten, die toe zijn aan de winterslaap, de andere kant zitten de egels die warmte nodig hebben." Alie vertelt ook dat ze niet alle egels kunnen redden. "Sommige wegen niet veel (200 gram) en hebben al zolang in de kou gelegen dat ze het niet redden."

Alie doet het werk al acht jaar met heel veel plezier. Ze woont ook op de camping en kan dus snel ter plekke zijn. "Het zijn zulke schattige beestjes." Trots toont ze grote egel, die uit nieuwsgierigheid even komt kijken, en dan weer terug mag in zijn warme hok.(Bart Nijstad)