“Met de tijd mee, maar niet met de waan van de dag"

“Met de tijd mee, maar niet met de waan van de dag"

Grond verandert in de loop der jaren. Het krijgt een nieuwe betekenis en een nieuw verhaal. Wat Vilsteren onderscheid van andere gemeenschappen is dat het dorp graag zijn eigenheid wil behouden, maar wel met open armen toeristen verwelkomt. Is dit in strijd met elkaar? Wat is het gevolg van de stroom toeristen en gaat dit samen met de wens om authentiek te blijven? Een wandeling door het verleden, waarbij Hugo Vernhout vertelt over de geschiedenis van het dorp. 

Dat ene restaurant, wat nu een toeristische trekpleister is, was vroeger een postkoetshalte. Dagelijks zijn de tafels gevuld bij Café de Klomp in Vilsteren. Dagjesmensen, hoe toeristen worden genoemd die even aan komen waaien, vinden de omgeving op z’n zachts uitgedrukt opmerkelijk. En dat is het zonder meer. De stilte voelt als een warme deken. Het is sereen, maar er hangt ook een eigenaardige sfeer. Nu drinken toeristen koffie op het terras, terwijl vroeger op precies dezelfde plek een postkoetshalte was. Grond verandert gedurende de tijd. Er is dan nu wel een restaurant te vinden in Vilsteren, maar hier blijft het dan ook bij. Deze zogenaamde herberg is er al vanaf oudsher. Toeristen mogen dan graag naar het dorp toegaan, je ziet nergens in het bos gekleurde paaltjes om de route aan te geven, of een groot bord met informatie. Net als een toeristisch souvenirs winkeltje. Dergelijke ondernemingen zijn in het dorp gewoonweg niet te vinden. Vilsteren behoudt hiermee niet alleen zijn onderscheidenheid, maar ook de rijke historie die in het dorp vandaag de dag nog steeds merkbaar is. 

Uit zijn zak haalt hij een plattegrond, die zorgvuldig uit elkaar wordt gevouwen. Het papier is kreukelig, lijkt bijna te zijn verfrommeld. Maar hij is er voorzichtig mee. Gekraak van het papier. Het gefluit van vogels. Het luidde getsjilp overstemt zelfs de dwingende kerkklokken. Hugo Vernhout gaat uiterst kalm verder met zijn verhaal over Vilsteren terwijl hij met zijn duim elk belangrijke punt aanwijst in het dorp. Als zijn vinger over het landgoed van Vilsteren glijdt, blijft hij even stil. Een “ah”, verlaat zijn mond. “Hoor je de ooievaars?” 

Het dorp Vilsteren ligt op een landgoed. Als je door de regio rijdt valt het op dat huizen die bij het landgoed horen, een bepaalde uitstraling hebben. Zo zijn ze bijvoorbeeld te herkennen aan de luiken, die dezelfde kleuren hebben als het familiewapen. Kleine gemeenschappen kennen we in Nederland wel, maar dat zijn meer gehuchten, nauwelijks een dorp te noemen. In Vilsteren ligt dit nét even anders. De eigenaar van het landgoed heeft destijds toestemming gegeven voor het feit dat er een dorp ontstond op zijn landgoed. Elke woning die werd gebouwd ging dus in overleg. Langzaam maar zeker ontstond er onder regie van het landgoed een dorp. Wat dat betreft is er weinig veranderd. De directeur van het landgoed, Hugo Vernhout, is rentmeester. Dit betekent dat hij gaat over de beslissingen en ontwikkelingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de afweging wat er gaat gebeuren met grond dat vrijkomt, of een woning die te koop komt te staan. Als je als inwoner van Vilsteren je huis paars wilt verven, kan dit niet. Er moet toestemming worden gevraagd voor het schilderen van bijvoorbeeld je voordeur en je moet kiezen tussen bepaalde aangereikte kleurnummers. 

Dit heeft wat weg van het verleden, waarin de rentmeester op zijn paard het dorp binnenkwam en inwoners hun pet afdeden en onderdanig een vraag stelden over bijvoorbeeld zulke kwesties. Het antwoord was ja of nee. Kort maar krachtig, dus. Tegenwoordig gaat dit heel anders. De rentmeester beslist veel, maar het gaat in overleg. Als er een woning vrijkomt is het wel nog steeds zo dat de inwoners hier voorrang op krijgen, maar ‘indringers’ van buitenaf zouden in principe een huis kunnen kopen in Vilsteren. Maar waarom wordt deze mentaliteit zo in stand gehouden en wat is het effect hiervan op het toerisme?

Abrupt slaan we een zijweg in. Het is lastig om een weg te banen tussen de vele losliggende takken en bladeren. Hugo Vernhout wijst naar het landschap voor ons. Het is net een wandeling door het verleden. Elke hoek, nee, elke stap, heeft weer een nieuw verhaal. Dit landschap lééft. Juist de eigenheid, de rust die het uitstraalt én waarborgt, spreekt toeristen aan. Het is anders dan anders, een dorp dat in zijn geheel op een landgoed ligt. Heel geleidelijk worden er woningen bijgebouwd. “Iedereen vindt het hier ontzettend mooi”, vertelt Hugo Vernhout. Hij kijkt voor zich uit en gebaart naar het landschap om ons heen. Het dorp heeft beschermd dorpsgezicht. Het is dus een rijksmonument, waardoor op bepaalde plekken niet eens gebouwd mág worden. “Hoe graag de inwoners het ook willen”, zegt de rentmeester met een vriendelijke lach op zijn gezicht. “Ze vragen mij al 25 jaar om te bouwen, bouwen, bouwen.” Op deze manier is het dus ook mogelijk om deze gang van zaken in stand te houden. Het dorp is zonder meer speciaal, al is het al vanwege de fascinerende historie. Toeristen blijven komen, maar dit levert verder geen problemen op. Honden zijn aangelijnd, online is een wandelroute te vinden en op deze manier wordt het dorp ook niet aangetast. Dit alles mogen ze als dorp ook bepalen, omdat het hun ‘tuin’ is, als het ware. 

“Kom, we gaan even zitten”, zegt Hugo Vernhout op bedeesde toon. De natuur is duidelijk te horen. Een briesje wind steekt op en de ooievaar laat weer even van zich horen. Het bos leeft net zo erg als het landgoed. Vanaf het houten bankje zijn alle belangrijke punten te zien van het dorp. De zeven wegen komen op deze ‘historische plek’, zoals Hugo het noemt, allemaal samen. “Stilstaan is achteruitgaan, je moet met de tijd mee”, zegt hij. En dat gebeurt zeker. Al voelt het soms alsof je teruggaat in de tijd als je door Vilsteren loopt, het tegenovergestelde is er aan de hand. Dit dorp gaat juist mee met de tijd. Het is iets enorm krachtigs dat een gemeenschap zo hecht is, dat het al eeuwen zijn eigenheid weet te behouden. 

Een woning is nog net te zien tussen de bomen door en valt op vanwege een andere uitstraling. De luiken, die niet hetzelfde zijn als die van de buren, trekken de aandacht. Dit is volgens Hugo Vernhout iets dat tegenwoordig moet kunnen. “Tot op zekere hoogte mag een huis wel wat afwijken, als het maar bij het geheel past. Hiermee bedoel ik dat het toch karakteristiek blijft, maar met een hint van de tijd van nu.” Met het zetten van zulke kleine stappen zorgt de rentmeester ervoor dat het dorp zich blijft ontwikkelen. Vilsteren gaat dus wél mee met de tijd; ‘het huis zonder luiken’ is hiervan een typisch voorbeeld.