https://rtvvechtdal.nl/images/nieuws/401/2023/09/columns/piet_horinga_800px.jpg#joomlaImage://local-https://rtvvechtdal.nl/images/nieuws/401/2023/09/columns/piet_horinga_800px.jpg?width=800&height=600

Fronsje - Bloeddonor

Hoe ouder ik word hoe vaker ik naar de huisarts of zijn ondersteuner mag. Welvaartsziekten, u kent ze vast wel. Suikerziekte, bloeddruk, cholesterol, ogen en dan niet te vergeten PHPD. (Pijntje hier, pijntje daar). Vaak stuurt hij je dan door voor een bloed donatie. De zorgpremie is niet voor niks weer verhoogd. Zo kom ik regelmatig in een wachtkamer vol met senioren die zo rond tien uur wachten op hun beurt om bloed te doneren. In de loop van de tijd heb ik ontdekt dat voor negen uur de werkende klasse  in de wachtkamer zit. Senioren komen vlak voor koffietijd. In de wachtkamer staat wel een koffieautomaat maar die mogen we niet gebruiken omdat we nuchter moeten zijn als we bij de bloedzuiger komen. Meestal is het vrij stil in de wachtkamer. Bloedgeven zorgt blijkbaar voor een beklemmende sfeer. Als de deur verderop  in de gang open gaat dan kijken we allemaal naar de vampier die daar verschijnt en een slachtoffer roept. Die staat dan op en wordt vol medelijden nagekeken.  “De vorige keer hield ik er een grote blauwe plek aan over”. Toch een prachtig onderwerp om een praatje mee te beginnen, dacht ik. Even is het stil en daarna worden de voorbeelden van blauwe plekken steeds groter. Een ander onderwerp dat het goed doet in een gesprek is de ziektekostenpremie. Weer duurder. Wel 15 euro. Waar moet dat heen als dat zo door gaat. Als mijn naam geroepen wordt laat ik een wachtkamer achter vol geroezemoes. De verpleegster is er een van de categorie “Je maakt mij niet gek”. Ze wijst naar een stoel en zegt: ”Links of rechts.” Omdat ik mijn hoofd nog heb bij de discussie over de ziektekostenpremie zeg ik “Links” maar vroeger stemde ik altijd rechts. “Arm!” “Nee “zeg ik, "dat valt wel mee, ik ben met pensioen”. De verpleegster zucht en doet een band om de dichtstbijzijnde arm. “Geboortedatum?” “Twaalf september negentien, twee en vijftig ’s middags om half vier. Dat heb ik van mijn moeder gehoord en die was er bij.” “Zal wel.” is de reactie. Blijkbaar is dit een ernstige zaak die in stilte moet worden afgewerkt. Als het buisje vol is krijg ik een watje op de wond met een pleister en kan weer gaan. Mijn uitje is voorbij. Er zijn weleens uitjes geweest waar ik meer plezier van had. 

  • Bron: P.K. Horringa