Drie dagen na de val van het kabinet-Rutte IV regisseerde premier Mark Rutte zelf zijn vertrek. Hoewel al langer duidelijk was dat het politieke tijdperk waarin hij domineerde ten einde liep, was zijn vertrek uit de politiek toch een verrassing. Raspoliticus als hij is, was hij ook nu weer zijn opponenten een stap voor.
Laten we bij het begin beginnen. De val van het kabinet maakte veel boeren blij. Op Twitter werd geproost en juichend werd de hoop uitgesproken op andere tijden. Actiegroepen kraaiden victorie en claimden zelfs de val 'gefikst te hebben'. Het kabinet viel vrijdagavond over het migratievraagstuk.
LTO en NAJK reageerden anders van toon. Zij maken zich vooral zorgen over het feit dat boeren en tuinders nog langer in onzekerheid blijven omdat nieuw kabinetsbeleid voorlopig uitblijft. Landbouwminister Piet Adema heeft aangegeven door te blijven werken, maar zal toch vooral op de winkel passen, tenzij de Tweede Kamer besluit. De toch al moeilijke zoektocht naar zekerheid en toekomstperspectief loopt verder vertraging op, terwijl de stoppers- en piekbelastersregelingen al wel openstaan.
Een lange periode van opnieuw stilstand zal een feit zijn. Het zal sommige boeren passen, maar degenen die vooruit willen, helpt het niet. De milieu- en klimaatopgaven blijven immers. De vraag is wat van de grote pot met geld voor de landbouw nog overblijft.
Na dertien jaar Rutte gloort een nieuw tijdperk. Nieuwe lijsttrekkers en kandidaat-premiers worden gezocht. Ik voorzie meer vrouwelijk leiderschap en dat is altijd een goede zaak. Zeker in transitietijd is meer feminien leiderschap een must omdat het betekent dat er meer ruimte komt voor verbindingen maken op alle niveaus, ego's ondergeschikt zijn aan het grotere geheel, meer empathisch vermogen en dus minder ruimte voor polarisatie.