Piet 'Invallen'

Invallen

De klas vult zich al roezemoezend. Bij de deur heb ik ze opgewacht en ze allemaal aangekeken. Af en toe kijkt er een terug om dan gauw weer verder te gaan met het verhaal aan zijn klasgenoot. Ze zoeken hun plaats en gaan afwachtend zitten. Hier en daar ploft een tas naast de bank maar de meeste rugzakken komen aan de rugleuning te hangen. Heel langzaam wordt het stil en kan ik de regie overnemen. Altijd weer leuk om zo even een dagje in te vallen, zelfs op een vreemde school. Mijn naam staat op het bord en met een paar woorden vertel ik iets over mijzelf. Dan begint de schooldag. “Jongens en meisjes we gaan net als altijd eerst een half uur stil lezen. Pak je boek maar en dan hoor ik even helemaal niets.” Stoelen worden verschoven, het hoognodige wordt nog even gezegd en dan is het zover, ik kan gaan genieten van de stilte. Achtentwintig kinderkopjes zitten gebogen over hun boek en proberen zich in te leven in spannende verhalen. Langzaam loop ik tussen de groepstafels  door. Een jongetje kijkt dromend naar buiten. Omdat ik zijn naam niet ken en het ook graag stil wil houden, strijk ik hem even met mijn wijsvinger over zijn neus om dan op het boek te wijzen. Het is rustig en ik kan achter het bureau gaan zitten om zelf te dromen.

De morgen gaat voorbij. De opgegeven taken werk ik snel af en de kinderen doen hun best. Om twaalf uur gaan ze naar huis voor hun middagpauze en ik kan alvast een stukje verslag schrijven voor de groepsleerkracht . Fijne klas om mee te werken, schrijf ik. Plotseling gaat de deur open en een moeder maakt haar opwachting. Begin dertig, keurig gekleed, licht opgemaakt staat ze daar.  Ze is duidelijk boos en kijkt me vernietigend aan. “Jij hebt van mijn kind af te blijven”. Mijn gezicht gaat in een vraagteken. Langzaam sta ik op en vraag rustig of ze niet even wil gaan zitten. Ze negeert de uitnodiging en herhaalt haar boodschap. Snel scan ik de dag in mijn gedachten maar kan niets bedenken dat met haar boodschap in verband kan worden gebracht. Dan zie ik het jongetje naast haar en herken de dromerige lezer. “Bedoelt u dat ik fout was toen ik over zijn neus streek?”: vraag ik toch wel wat aarzelend.  “Je weet best dat je aan mijn kind hebt gezeten en dat is verboden, ook dat weet je best.” Langzaam word ik boos.  “Uw zoon heeft u opgebeld om zijn beklag te doen en u bent direct gekomen om mij ter verantwoording te roepen waar uw zoon bij staat?” Niet gauw ben ik in verwarring, niet gauw  weet ik niets te zeggen maar nu hap ik naar lucht. Even hoor ik niet meer wat de vrouw zegt en denk ik aan vroeger, toen ik van mijn vader nog een draai om de oren er bij kreeg als ik straf had gekregen op school. Natuurlijk was dat ook niet goed, maar deze ontmoeting ….

Hoe kan ik aan deze bizarre situatie netjes een eind maken. Beleefd blijven en U blijven zeggen ook al is ze ruim dertig jaar jonger besluit ik en zeg: “Mevrouw, U bent hier gekomen om mij ter verantwoording te roepen omdat ik de neus van uw zoon heb aangeraakt. U heeft uw conclusie al getrokken. U heeft geen behoefte aan een gesprek. Het lijkt me het beste dat u een aanklacht indient bij het hoofd van de school of de inspectie. Ondertussen beloof ik dat ik nooit weer aan uw zoon zal lesgeven. Ik zou namelijk niet weten wat ik moet doen als hij een ongelukje krijgt en verzorging nodig heeft. Die verantwoordelijkheid kan ik niet aan. Goede middag. “ Met pensioen zijn heeft toch ook voordelen.