Het kabinet leek te willen bewegen. Geen grootvee-eenheid (GVE)-norm maar een graslandnorm moest de melkveehouderij meer grondgebonden maken. Een graslandnorm maakt dat boeren meer mogelijkheden hebben om zelf te kiezen hoe ze aan die richtlijn voldoen.
Het proces om te komen tot een Landbouwakkoord was vanaf het begin zeer kwetsbaar en onvoorspelbaar. Tot een voldragen akkoord is het niet gekomen. Het lukte volgens LTO niet om te komen tot herstel van vertrouwen, perspectief te bieden en te komen tot een systeemverandering van middel- naar doelsturing.
Het akkoord lag vanaf het begin al moeilijk bij een deel van de achterban. Een deel zag überhaupt geen heil in een Landbouwakkoord. Simpelweg omdat het gaat om afspraken gemaakt met de overheid.
Radicalere boerenclubs stonden tegelijkertijd klaar de voorstellen te fileren. Zij gokken op de val van het kabinet, in de hoop dat er een landbouwvriendelijker BBB-kabinet voor in de plaats komt. Maar ook een volgend kabinet zal moeten dealen met de richtlijnen uit Brussel en de juridische werkelijkheid. Het geld dat nu beschikbaar is voor de boeren en het platteland, zal dan zijn verdampt.
Het Landbouwakkoord was een ultieme poging om de polder te redden, rust te krijgen in de agrarische sector en zoveel mogelijk boeren mee te nemen naar de toekomst. Ook zonder akkoord wacht de polder op herstel.