Hoog water is een zegen voor de natuur

VECHT - Arend Spijker (73) kijkt met zijn verrekijker over de Ommermars en ziet alleen maar water, met in de verte een heuveltje met schapen. "Die blijven wel droog, want het is nog wel anderhalve meter. Zo hoog zal het niet worden, want anders moeten we ze er nog afhalen." 

Arend Spijker vertelde pas aan de NOS, dat de overstroming van de Vecht een zegen was van de natuur. “Ecologisch gezien is hoogwater gewoon een zegen. En zo werd dat vroeger ook gezien door de mens.  De Vecht is al meer dan 2000 jaar een levensader voor de mens. Dankzij de rivier hebben zich hier, al duizenden jaren geleden, ook gevestigd.   Van oorsprong is de Vecht altijd cruciaal geweest voor ons. Heel bewust gingen de eerste mensen ook op de hoge gronden wonen. Het zelfde geldt ook voor de Regge en de Dinkel."

" Het brongebied van de Vecht ligt in de kalksteenheuvels, aan de voet van de Baumbergen in Munsterland.  Bij elke overstroming bleef een klein beetje van het Duitse kalk, en andere belangrijke mineralen achter op de voedsel- en kalkarme zandgronden. Dat vormde een uniek milieu, een milieu met een hoge soortenrijkdom aan planten en dieren die hiervan profiteerden. Hierdoor ontstonden er langs de rivier(en), kruidenrijke graslanden, de zgn stroomdalgraslanden met soorten die wij nu de typische stroomdalflora noemen. Dit unieke vegetatiesysteem is sterk afhankelijk van deze mineralen. Sterker, vroeger was men zelfs afhankelijk van ‘deze gratis bemesting’ en werd de jaarlijkse bevloeiing van het water als een zegen gezien.  Daardoor ontstonden er kruidenrijke graslanden waar zelfs koeien gehouden konden worden. Nog steeds kennen we die gebieden, de oeroude 'koelanden'. Deze stroomdalgraslanden zijn nu bekende natuurgebieden die 's zomers paars en roze kleuren van de tijm en steenanjer (ook wel vechtdalanjer genoemd), aangevuld met blauwe knoop, geel walstro en nog tientallen andere kenmerkende bloemen." Deze stroomdalflora heeft het moeilijk door de verzuring van de bodem, waar deze planten niet goed over kunnen. Door bevloeiing tijdens de hoogwaterperiodes met kalkrijkwater en sedimentatie van basenrijk zand,  wordt kieming van deze planten sterk verbeterd.

Arend Spijker voormalig boswachter maakt zich wel zorgen over de totale natuur. " Op een gegeven moment dachten we ook dat we alles zelf in de hand hadden, dat we zelfs ‘de natuur’ konden beheersen’. We reguleerden de rivier(en) door ze te kanaliseren, en we maakten onze eigen (kunst)mest. Al vrij snel kwamen we erachter dat er toch ook wat nadelen aan onze expansiedrift zaten. Door te snelle waterafvoer ontstonden grote (afvoer) problemen, en door (te)veel bemesting is er nu een stikstofprobleem. Uiteraard is het is niet alleen de schuld van de boeren, maar van ons allemaal producent en consument."

"Ook het beleid van de waterschappen in Nederland is erg conservatief, nog steeds zijn ze aansprakelijk voor zogeheten 'natschade' bij landbouwpercelen. De noodgemalen draaien momenteel ook op volle kracht om rivierwater uit de Vecht zo snel mogelijk weg te voeren. Die snelle afvoer zou ook anders moeten! Stonden vroeger sommige graslanden maanden lang blank, tegenwoordig duren overstromingen meestal niet langer dan een paar dagen, en dat maakt een groot verschil. Als het water langzamer wegvloeit en weken, of zelfs maanden, zou blijven staan,  is dat niet alleen beter voor de bezinking van het kalkrijke slib, maar de grondwaterstanden worden zo ook weer aangevuld. Dit grondwater is een belangrijke voorraad voor de droge tijden die zeker weer komen!"

"Kortom, (extreme) hoogwaterperiodes zijn zeker voor veel mensen lastig en soms zelfs rampzalig, tenminste voor onze moderne westerse samenleving, maar het is een zegen voor onze kwetsbare en onder druk staande ecologische systemen."

  • Bron: Bart Nijstad