Rijwielmuseum Ommen levend museum

 

OMMEN – “Als ouderen niet naar het museum kunnen komen, dan komen we wel naar ze toe”. Met dit in gedachten bezoekt het Historisch Rijwielmuseum in Ommen jaarlijks meerdere zorginstellingen om de historische fietsen uit het museum aan de bewoners te tonen. Deze week waren de ouderen van De Hoekstee en Oldenhaghen aan de beurt om een bonte gezelschap van fietser uit de tijd van toen te ontvangen.

Hollandse liedjes

Gestoken in ‘ouderwetse’ kleding gingen enkele vrijwilligers met hun fietsen op pad naar De Hoeksteen en Oldenhaghen. Ook kleinkinderen van vrijwilligers waren present. Sommigen op een kinderfiets en autoped . Of gewoon bij oma of opa achter op de fiets. De fietsen mochten aan de hand van hun berijders het gebouw binnen en kwamen via de gangen in de recreatieruimte om hier de fietsen te laten bewonderen aan de bewoners. Alle bewoners waren uitgelopen om maar niks te missen. Ze vonden het allemaal prachtig. Soms ook herkenbaar, zoals de petroleumventer of de bakker. Er werden ook nog eens Hollandse liedjes gezongen, zoals zakdoekje leggen of een hoedje van papier. Dit begeleid op een mondharmonica. De bewoners zongen en klapten mee en kregen zelfs een papier hoedje opgezet.

Fietsmuseum in trek bij bezoekers

Ze bezoeken elk jaar enkele zorginstellingen. Volgens de Vries is de publieke belangstelling voor het fietsmuseum even groot. “We tonen een aansprekende collectie fietsen. Bij elke fiets heeft een bezoeker wel een verhaal van ‘o zo’n fiets had mijn oma of opa ook’. Die interactie met het publiek maakt het ook zo mooi om vrijwilliger bij het museum te zijn. Het zijn niet alleen toeristen, ook de Ommenaren weten de weg weten te vinden. Ook scholen komen in het museum”, aldus De Vries.

Het Historisch Rijwielmuseum is gevestigd aan het Kerkplein 6 in Ommen De openingstijden zijn: dinsdag en zaterdag 11.00 – 17.00 uur; woensdag t/m vrijdag 13.30 – 17.00 uur. Zondag en maandag gesloten.

Foto: Het gezelschap op historisch fietsen en in historische kleding op weg naar De Hoekstee.

Tekst en foto: Harry Woertink

  • Bron: Harry Woertink