© RTV Oost/Marcus Ganzevles
© RTV Oost/Marcus Ganzevles

Gewapend met een schep, een paar tuinhandschoenen en drie zelfgemaakte plaatsnaamborden gaat de 20-jarige Skiti Némiti uit Hardenberg op pad. Op de borden staan de namen 'n Arnbarg (Hardenberg), 't Vjenne (Vriezenveen) en Tubbige (Tubbergen). Die plaatsen heeft Skiti willekeurig gekozen, maar de boodschap is duidelijk. "Ik wil mensen ervan bewust maken dat Nedersaksisch echt een taal is en geen verbasterd of slecht Nederlands."

De tour begint in de plaats waar Skiti zelf geboren en getogen is: Hardenberg. Terwijl hij het tweetalige bord in de grond plaatst, laten direct meerdere automobilisten goedkeurend hun claxon horen. Volgens Skiti is het Nedersaksisch ook iets om trots op te zijn. "Het werd heel lang gezien als de taal van de lagere sociaaleconomische klasse. Daardoor kreeg het Nedersaksisch een lage status en de Nederlandse taal juist een hoge status." 'Dikke onzin', vindt de 20-jarige ICT-student.

Het Nedersaksisch werd in 1996 al erkend als regionale taal onder het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. "Dat betekent dat Nederland inspanningen moet leveren om deze taal levend te houden. Door onderwijs of door ervoor te zorgen dat het aanwezig is in openbare ruimtes", aldus Skiti.

Vooral dat eerste vindt hij belangrijk. "Het is een taal die wordt gesproken door een heel grote groep van de bevolking. Dat zoiets bijna compleet afwezig is in het onderwijs, dat zou anders moeten. Kinderen krijgen op deze manier ook niet de kans om zich te bekwamen in de taal."

Door deze borden hoopt Skiti dat iedereen die erlangs komt er weer even bewust van wordt dat het Nedersaksisch er mag zijn. "Het is niet minderwaardig en het heeft geen lagere status." Maar hoe lang deze provisorische borden mogen blijven staan? Dat durft 'ie niet te zeggen. "Misschien een maand, misschien twee maanden. Het kan zijn dat ze worden weggehaald. Maar dan zet ik er toch gewoon weer een nieuwe neer?"

Bron: RTV Oost

  • Bron: RTV Oost