OMMEN - Op 4 en 5 mei wordt stilgestaan bij de bevrijding van ons land. Maar voor veel Joodse landgenoten was de oorlog na de bevrijding nog niet afgelopen. Ze moesten maar zien hoe ze vanuit hun concentratiekampen weer in Nederland kwamen, om daar bij aankomst te ontdekken dat hun woning was verkocht en werd bewoond door anderen. De gemeente Ommen heeft door de Radboud Universiteit laten onderzoeken welke rol zij op dit gebied speelde. Op woensdag 10 mei komt dit rapport in handen van de gemeente tijdens een bijeenkomst in De Kern.

Tijdens deze bijeenkomst zal het rapport door prof. dr. Wim van Meurs worden overhandigd aan burgemeester Vroomen en aan Ingrid Petiet, voorzitter van de Joodse gemeente in Zwolle, waaronder ook Ommen valt. De avond wordt omlijst door een optreden van stadsdichteres Maxine van Overeem en een presentatie van een leerlingen van het Vechtdalcollege.

Daarnaast wordt een expositie geopend, die de komende weken te zien zal zijn in de bibliotheek van Ommen. De expositie is gemaakt in samenwerking met het Cultuurhistorisch Centrum Ommen (CCO) en de Stichting Joods Ommen. “Steeds minder mensen kunnen uit eigen ervaring vertellen over de Tweede Wereldoorlog en er zijn zelfs jongeren die geloven dat de hele holocaust nooit heeft bestaan”, zegt Gerko Warner van stichting Joods Ommen. “We hebben de exposite daarom proberen heel persoonlijk te maken en in plaats van alleen maar het geven van informatie, stellen we ook vragen aan de kijkers over hoe zij zelf in die tijd zouden hebben gehandeld.”

De bijeenkomst is vrij toegankelijk. De Kern is open vanaf 19:30 uur en het programma begint om 20:00 uur. Opgeven voor deze avond kan via: Ommen.nl/OnderzoekJoodsVastgoed