Afgelopen woensdag ging Nederland naar de stembus. Na de vreugde bij de winnaars en teleurstelling bij de verliezers, is de formatie van een nieuwe regering gestart. Dat belooft, ongeacht de uitslag, een hels karwei te worden.
Allereerst: een nieuw kabinet krijgt te maken met een andere financiële situatie dan de laatste twee kabinetten. Zo was er maar liefst 13,5 miljard euro overheidsgeld beschikbaar voor een warme omschakeling naar een duurzamere productie in de land- en tuinbouw. De vraag is wat daar na de formatie nog van over is.
Maar los van het financiële vraagstuk: hoewel VVD wel met PVV wil regeren, sluiten NSC en GroenLinks-PvdA de partij van Wilders uit. Kleinere partijen zullen sowieso moeten aansluiten om een meerderheidscoalitie te kunnen vormen. Voor een centrumrechts kabinet zijn BBB, SGP en CDA het meest voor de hand liggend.
Het Jonge Boeren Verkiezingsdebat dat Nieuwe Oogst maandag organiseerde samen met NAJK en Aeres Hogeschool Dronten leert dat, op BBB na, geen van de eerdergenoemde potentiële partijen een krimp van de veestapel uit de weg gaan. Ook zijn de potentiële regeringspartijen het eens dat 2035 de deadline is voor de stikstofreductie, in plaats van 2030.
Eveneens menen deze partijen unaniem dat boeren en tuinders een belangrijke rol innemen in onze samenleving. Al stelt NSC wel dat met name de intensieve veehouderij met een kwart moet krimpen om af te komen van de mestproblemen en de nadelige gevolgen daarvan. Een standpunt dat vooral BBB tegen de borst stuit.
VVD, NSC, PVV en BBB geven aan over rechts te willen formeren. Het formeren zal hoe dan ook een helse klus worden.
Het commentaar is de mening van Nieuwe Oogst, verwoord door de hoofdredactie en senior redacteuren.