DALFSEN - Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen heeft een voorkeursrecht gevestigd op een locatie ten noorden van de N340 en aan de Dedemsweg. Deze grond is nu agrarisch in gebruik en bestaat voornamelijk uit weilanden en agrarische opstallen. De gemeente heeft een onderzoek laten uitvoeren naar mogelijke locaties voor het ontwikkelen van een nieuw bedrijventerrein. Daaruit blijkt dat deze locatie als meest geschikt naar voren is gekomen. Het vestigen van het voorkeursrecht betekent dat de gemeente het eerste recht op aankoop heeft als eigenaren van percelen in dit gebied hun grond of gebouwen willen verkopen.
De reden om op deze locatie een voorkeursrecht te vestigen, is dat de gemeente hier een bedrijventerrein wil realiseren. Hiermee wil de gemeente ruimte bieden voor ondernemerschap en werkgelegenheid in de kern Dalfsen. Dit wordt eerst nader uitgewerkt in een omgevingsvisie en vervolgens in een omgevingsplan. De inwoners en overige belanghebbenden in dit gebied zijn al geïnformeerd.
Voorkeursrecht geeft gemeente regie op gebiedsontwikkeling
Het doel van het voorkeursrecht is de gemeente een betere positie te geven op de grondmarkt. Wethouder Ruud van Leeuwen legt uit: “De druk op de ruimte neemt toe in Dalfsen. Grond is schaars. Door vestiging van het voorkeursrecht kan gemeente de regie houden op de ontwikkeling van het plangebied.”
In de buurt van de locatie aan de Dedemsweg heeft het ministerie van Defensie recent een zoekgebied aangewezen voor een munitiedepot. Dat is voor het college echter geen reden de plannen voor het nieuwe bedrijventerrein aan te passen. “Het is niet zeker dat het munitiedepot er daadwerkelijk komt en of dit eventueel een belemmering vormt. Daarom zetten wij het proces om te komen tot nieuwe locaties voor bedrijventerreinen door. De vestiging van het voorkeursrecht door het college geldt voor maximaal drie maanden. De gemeenteraad wordt voorgesteld om binnen deze drie maanden over te gaan tot bestendiging van een voorkeursrecht,” vertelt wethouder Ruud van Leeuwen.