Herdenking beruchte Slag bij Ane

ANE - De vereniging “Herdenking Slag bij Ane” organiseert op zaterdag 20 juli weer de jaarlijkse herdenking om de Slag bij Ane.

Rood-wit

De bijeenkomst begint om 14.00 uur in het Vechtdalmuseum aan het Meiboomplein 4 in Gramsbergen. Mees te Velde, gepensioneerd theoloog en historisch onderzoeker uit Hasselt houdt een lezing met als onderwerp: “Zwartewatersklooster, ridders en nonnen in het veen”. Na de lezing begeeft het gezelschap zich naar de andere kant van de Vecht om ongeveer om 15.20 uur bij het steentjesmonument in de buurtschap Ane rood-witte bloemen te leggen. Deze kleuren zijn verbonden aan de Nedersaksische streek waar bijna 800 jaar geleden de veldslag plaatsvond. Ook vlaggen met deze kleur markeren 20 juli het herinneringsmonument.

Herinnering levend houden

Elk jaar organiseert de vereniging Herdenking Slag bij Ane een herdenking met bloemlegging om de herinnering aan de veldslag van 28 juli 1227 levend te houden. De Slag bij Ane werd destijds aangevoerd door Roelof van Coevorden en in het voordeel van de Drenten beslecht. Bij de Drenten, maar ook grote delen van Noordoost Nederland, ging het om het winnen van hun vrijheid en hun zelfstandigheid. Het was voor die tijd een betekenisvolle en beruchte veldslag tussen de bisschop van Utrecht, Otto II en zijn leger. De bisschop was heerser over Overijssel, Drenthe en Groningen.

Het door de bisschop aangevoerde ridderleger bestond uit een keur van zwaar geharnaste ridders te paard. Als ze tegen de vijand oprukken, zakken de voorste gelederen meteen langzaam weg in het stinkende, dode moeras, waarin ze ten slotte door het gewicht van hun wapenrusting geheel verzinken. Voor de licht bewapende Drenten, die zich wel makkelijk op het veen konden bewegen, vormden ze dan ook een gemakkelijke prooi.

Boerenlegertje

De slag tussen de voor die tijd moderne ridderleger van de Utrechtse bisschop Otto II van Lippe en een eenvoudig boerenlegertje onder leiding van Rudolph van Coevorden was één van de meest indrukwekkende gebeurtenissen uit de vaderlandse geschiedenis.

Bij de Drenten, maar ook grote delen van Noordoost Nederland, ging het om het winnen van hun vrijheid en hun zelfstandigheid. In die tijd was sprake van groot onrecht begaan door een zeer onrechtvaardige leenheer. Zijn honger naar meer land moest de feodale bisschop met de dood bekopen op het slagveld in Ane evenals zijn 140 ridders.

Zwartewatersklooster

De gesneuvelde Utrechtse bisschop en legerleider Otto II van Lippe en ridders zijn na de boerenopstand in Ane via de Vecht afgevoerd via de Vecht vanaf Grambergen naar Hasselt om daar in het buitengebied te worden begraven. Naast het ridderkerkhof tussen Hasselt en Zwartsluis werd in 1233 een klooster gesticht dat later, naar de rivier, de naam Zwartewatersklooster zou krijgen. De oorspronkelijke naam van dit vrouwenklooster was

“Mons Sanctae Mariae”, ofwel “Mariënberg”. Men geloofde dat het klooster het zielenheil van de dappere ridders bij God zou bevorderen.

Vrouwenklooster

In de tijd van deze kruistochten waren er veel weduwen. Dit kwam doordat veel mannen niet terugkeerden van deze gevaarlijke tochten. Dit is vermoedelijk de reden geweest om voor een weduwenklooster te kiezen. Het klooster was grotendeels zelfvoorzienend en had zelfs een eigen school. De gewijde nonnen hadden als eerste taak om te bidden voor het zielenheil van de omgekomen edelen. Het memoriegebed was het korengebed waarin de edelen herdacht werden en was een belangrijk onderdeel van hun zang en gebed.

Einde klooster

Helaas heeft het Zwartewatersklooster de tand des tijds niet overleefd: van het gebouw is niets meer over. Gelukkig zijn er nog wel veel schriftelijke bronnen die ons van alles leren over het klooster. De Reformatie, de grote kerkhervorming in de 16e eeuw, maakte een einde aan de bloeitijd van het klooster. In 1582 waren de nonnen al uit het klooster vertrokken en zijn de bezittingen van het klooster overgegaan naar het bestuur van de stad Hasselt. Het klooster werd rond 1780 afgebroken door omwonenden die de stenen grotendeels gebruikten voor hun eigen boerderijen. Het huidige buurtschap Zwartewatersklooster is dan ook ontstaan op en rond de restanten van het oude klooster. Toen het in 1811 verplicht werd om een geslachtsnaam aan te nemen, kozen de bewoners van dit gehucht voor de achternaam Ten Klooster naar de plek waar ze woonden.

  • Bron: Harry Woertink