REGIO - Het is een bekend tafereel in veel Nederlandse huishoudens: een onverwachte schaduw die voorbij flitst, een snel trippelend geluid 's nachts in de keuken, of erger, aangevreten voedselvoorraden. We hebben het over ratten en muizen. Ongenode gasten die huizen en bedrijven terroriseren en bewoners en klanten de stuipen op het lijf jagen.
Tot voor kort was het gebruik van biociden (gifstoffen) de snelle oplossing. Een soort magische formule om deze knaagdieren in huis te bestrijden. Maar sinds 1 januari 2023 is dit veranderd. Het gifverbod heeft de aanpak volledig op zijn kop gezet.
Onbedoelde gevolgen van het gifverbod
De gevolgen van het beleid zijn dan ook voelbaar voor zowel de bestrijders als degenen die last hebben van knaagdieren. De nachtelijke geluiden in de muren lijken toe te nemen, terwijl de ontevredenheid onder huiseigenaren en bedrijfsmanagers groeit. Het gifverbod heeft niet alleen de aanpak veranderd, maar ook de dynamiek van deze plaagdieren, waardoor een toename van overlast en ongemak ontstaat. Als ze kijken naar het aantal meldingen van muizenoverlast in november, dan ligt dat aantal ruim 25% hoger dan in dezelfde periode vorig jaar.
Flexibiliteit nodig voor landelijke aanpak
Jeroen Gulien, van JG ongediertebeheer is er duidelijk over. "We begrijpen de noodzaak van milieuvriendelijkheid, maar we hebben ook de flexibiliteit nodig om doeltreffende methoden te kiezen. Voorheen, toen we nog biociden mochten gebruiken, konden we met één behandeling een heel nest aanpakken en waren we direct van alle overlast verlost. Nu moeten we de situatie eerst monitoren, vervolgens preventieve maatregelen adviseren en dan mogen we pas klemmen zetten, waarmee we het probleem muis-voor-muis aanpakken. Ondertussen vermenigvuldigen deze beestjes zich in rap tempo. Soms lijkt het daardoor alsof we aan het dweilen zijn met de kraan open. We willen het milieu niet schaden, maar het is cruciaal om de effectiviteit van ongediertebestrijding te waarborgen. We kampen al jaren met serieuze ratten- en muizenplagen. Dit moet écht een keer een halt worden toegeroepen."