REGIO - Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) maakt zich klaar voor de winter en begint met de jaarlijkse dijkinspectie om ervoor te zorgen dat de dijken in topconditie zijn voor het stormseizoen. Deze inspectie, ook wel bekend als de ‘dijkschouw’, is belangrijk om te beoordelen of (delen van) dijken goed de zomer zijn doorgekomen en waar herstelwerkzaamheden nodig zijn. Vooral rijspoorschade en gaten van muskusratten moeten hersteld worden.
Goede conditie blijven
Het werkgebied van WDODelta omvat meer dan 1000 kilometer aan dijken en kades, die onder alle weersomstandigheden moeten presteren, van zware regenval en hoogwater tot lange periodes van droogte of vorst. Om ervoor te zorgen dat de dijken in topconditie blijven, controleert het waterschap jaarlijks de dijken op beschadigingen, zowel in het voorjaar als in het najaar. In het voorjaar wordt bekeken hoe de dijken de winter hebben doorstaan, in het najaar hoe ze de winterperiode in gaan. Op die manier kunnen schades op tijd worden hersteld. Bij de dijkinspectie wordt niet alleen gekeken naar de fysieke staat van de dijken, maar ook of de eigenaren en onderhoudsplichtigen hun deel van het onderhoud goed hebben uitgevoerd.
Verplichte werkzaamheden
Alle verantwoordelijke onderhoudsplichtigen en dijkeigenaren moeten aan een aantal eisen voldoen, waaronder bijvoorbeeld het onderhouden van begroeiing, grasmat en oeverbegroeiing. Distels, ridderzuring en andere ongewenste kruiden mogen niet groeien op de dijken, en zorgvuldige controles worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat geen zand, hout, afval of andere objecten op de dijken achterblijven. Het verwijderen van wortels van opkomende begroeiing van bomen en struiken hoort hier ook bij. Daarnaast is het voor de sterkte van de dijken belangrijk dat wild, mollen en andere dieren die schade kunnen aanbrengen, worden bestreden. Voor het overgrote deel voert het waterschap deze werkzaamheden zelf uit, omdat het eigenaar is van de meeste dijken in het werkgebied.
Toetsing Naast de halfjaarlijkse dijkinspecties, toetst het waterschap elke 12 jaar de kwaliteit van de dijken volgens de regels van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hierbij worden diverse berekeningen en computermodellen ingezet, en steeds worden de nieuwste methoden verwerkt om de dijken te beoordelen. Dit zorgt ervoor dat de dijkinspecteurs precies weten waar verbeteringen nodig zijn en welke prioriteit ze moeten krijgen. Door de voortdurende wisselwerking tussen fysieke inspecties, digitale toetsingen en verbeteringen blijven de dijken in uitstekende goede en beschermen ze tegen hoogwater