OMMEN - De Stolpersteine in Ommen die herinneren aan Joods Ommen worden voortaan beheerd en onderhouden door leerlingen van het Vechtdal College in Ommen. Maandagmiddag volgde bij een van de steentjes door de stichting Herdenking Joods Ommen een symbolische overdracht aan Havo/VWO-3 leerlingen van de school. Zij kregen hiervoor enkele schoonmaakmiddelen aangereikt. De bedoeling is dat leerlingen van het Vechtdal College voortaan op de jaarlijkse Holocaust Memorial Day (27 januari) de Stolpersteine schoonmaken.
1942-2022
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden circa 6 miljoen Joden omgebracht door nazi-Duitsland onder aanvoering van dictator Adolf Hitler. Deze week is het 80 jaar geleden dat in Ommen de eerste Joden door de Duitse bezetter uit hun huizen werden gehaald en naar kamp Westerbork werden gebracht om uiteindelijk in vernietigingskampen te worden vermoord. Het waren de Ommer families Van Gelder, Vomberg, Bierman, De Levie, Cohen, Van der Hoek en De Lange. Zij woonden verspreid in Ommen op een achttal adressen. Om de namen van de Joodse medeburgers niet te vergeten zijn eerder op een achttal locaties in Ommen 27 steentjes, zogeheten Stolpersteine, gelegd. Ek steentje heeft een messing plaatje met daarop vermeld de namen, geboorteplaats en -datum en de plaats en datum van overlijden. Het gaat om de locaties: Gasthuisstraat 19, Markt 4, Brugstraat 18, Brugstraat 19, Kerkplein 6, Kerkplein 7, Dr. A.C. van Raaltestraat 1 en Dr. A.C. van Raaltestraat 5.
Einde Joodse samenleving in Ommen
De Tweede Wereldoorlog betekende het einde van de Joodse samenleving in Ommen. Als blijvende herinnering aan Joods Ommen staat een gedenksteen en een Davidster op de Joodse begraafplaats aan Den Lagen Oordt/hoek Dr. A.C. van Raaltestraat. Verder worden de Joodse medeburgers en de Joodse leerlingen van de Quakerschool Eerde samen met de andere burgers van Ommen herdacht met hun namen op het oorlogsmonument van het gemeentehuis en de tekst: “Ter herinnering aan de inwoners van Ommen die door oorlogshandelingen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen”. Bovendien worden in de tuin van kasteel Eerde de omgekomen leerlingen van de Quakerschool Eerde met een herdenkingsmonument in herinnering gebracht. De school was er ook voor Duits-Joodse vluchtelingenkinderen: zij woonden op de school en volgden daar de lessen. De Quakers wilden kinderen die voor het fascisme uit hun eigen land moesten vluchten onderwijs en een veilig onderdak geven in Nederland.
Joods werkkamp
Aan de Brinkweg werd in 1940 een Rijkswerkkamp in gebruik genomen als Joods werkkamp Arriën. In het werkkamp woonden 96 Joodse mannen. Zij moesten gedwongen ontginningswerkzaamheden in het Arrïerveld verrichten. Op de avond van 2 oktober 1942 kregen de mannen te horen dat ze naar kamp Westerbork zouden gaan. In de vroege ochtend van 3 oktober 1942 marcheerden de Joodse mannen naar het station in Ommen. Daar stapten deze op de trein naar Kamp Westerbork. Kort daarna werden ze gedeporteerd naar de vernietigingskampen. In het kader van ‘gezinshereniging’ werden de thuis achtergebleven familieleden uit hun huizen gehaald en ook naar Westerbork gebracht. De meesten van hen werden kort daarna op transport gesteld naar de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor. Om de geschiedenis van het werkkamp Arriën niet te vergeten is op 3 oktober 2016 een informatiepaneel geplaatst op deze plek.
Als laatste is de Stichting Joods Ommen bezig om een gedenkteken te krijgen op de plek aan de Middenstraat/hoek Varsenerstraat, waar ooit de synagoge heeft gestaan.
Tekst en foto: Harry Woertink
Gedicht over Lien de Levie
Jannes Kuik maakte in 2012 een gedicht over Evalien (Lien) de Levie uit Ommen, één van de vermoorde kinderen in Auschwitz. Het joodse meisje bereikte slechts de leeftijd van 10 jaar.
Evalien de Levie
Kleine Evalien de Levie wilde
zo graag nog spelen,
spelen zoals een kind dat moet,
een speelbal werd je,
een speelbal van de haat,
verstrengeld met bevelen.
Nooit zou jij meer spelen,
in een Ommer straat.
Die oktoberdag werd je
opgepakt, weggevoerd.
De schurken lachten en ze schampten,
heulend met het verraad.
Een kinderstem werd dichtgesnoerd,
de lach van Evalien zou nooit,
meer klinken in een Ommer straat.
Een kille klik, donker was de wagon,
aan het eind van de reis, stonden daar de beulen,
glimmend hun laarzen,
de eenheid stond paraat.
Nooit heb jij begrepen, het waarom
dat je niet meer mocht spelen,
ín een Ommer straat.
ln radeloze kinderogen was,
de lach verdwenen voor verdriet,
nooit mogen we begrijpen, dat een
mens zo ver kon zinken,
dat het zelfs geen kind ontziet,
Jouw vrijheid was voorgoed,
verdwenen in gevlochten prikkeldraad.
Nooit zou Evelien meer
hinkelen in een Ommer straat.
Nee, Evalien was niet alleen
op het netvlies staan ze,
Ommenaren schuifelend naar de dood.
Ogen zonder glans,
hun geweten trof geen blaam,
wanhopig het gelaat,
niets misdaan, ze waren jood.
Nooit zou kleine Evalien,
weer zingen in een Ommer straat.
Dichter Johannes Kuik
Foto:
Leerlingen van het Vechtdal College bij zes van de 27 Stolpersteine die zij jaarlijks zullen oppoetsen