HARDENBERG - De Letterzetter is de afgelopen jaren al flink in het nieuws geweest. Door de droge periodes duikt de letterzetter in groten getale op in Nederland. De effecten van de kever zijn goed te zien in de bossen van Hardenberg, de fijnsparren verdwijnen en maken plaats voor andere boomsoorten.
Boswachter Nico Arkes noemt de getroffen fijnsparren ‘huilende bomen’. “Ze laten allemaal traantjes zien. Dat zijn harsdruppeltjes, het tekort aan hars is de oorzaak van de plaag. De letterzetter maakt een gaatje in de bast en de boom kan zich niet verdedigen. Vervolgens komen er larven die de weefsellaag kapot maken waardoor de voedselstromen van de boom kapot gaat.”
2809_letterzetter
Droogte
Door de droogte ontstond er een plaag volgens Arkes. Normaal kunnen fijnsparren de gaatjes in de bast weer dicht maken, maar door de droogte kon de boom niet genoeg hars aanmaken om de bast weer te dichten. “Er moet voldoende regen vallen, zodat de weerstand van de bomen kan toenemen. De veranderingen in het klimaat baten mij wel zorgen. Het bos heeft rust nodig om te herstellen, maar de rust is niet aanwezig.”
Droogte is een probleem, maar volgens Arkes heeft het ook te maken met het feit dat de bomen ouder worden, waardoor de weerstand minder is. Eerder waren er meer vogels om de letterzetter op te eten en nu zijn er minder handjes in het bos. “Met meer mensen in het bos heb je ook eerder door dat er bomen worden aangetast door de letterzetter, nu zijn er gewoon minder mensen. Maar de voornaamste reden is wel echt de weerbaarheid. Bomen kunnen zich niet meer verdedigen.”
Andere soorten
De letterzetter heeft een duidelijk voorkeur voor de fijnspar. Toch zijn er ook andere soorten waar de letterzetter in kan zitten. “We zien het nu ook bij de lariks en de grove den. Daarover maken we ons nog geen zorgen. Het beestje zit toch het liefst in de fijnspar.”
Bos blijft bos
De aangetaste bomen zijn aangestipt en worden uiteindelijk gekapt. “We zetten het duurzaam in, we kunnen er bijvoorbeeld brandhout van maken.” Arkes hoopt natuurlijk dat de fijnspar nog kan herstellen, maar denkt dat dat het ijdele hoop is. “Op de plaats komen nu bijvoorbeeld beuken, eiken en grove dennen voor verjonging.”
Tussen de nieuwe bomen staan nog een paar oude stammen rechtop. “Dat is voor de insecten. Keldermotten en andere kriebelbeestjes. Insecten zijn een prioriteit, want er zijn steeds minder insecten terwijl ze voedsel zijn voor alle mooie vogels hier in het bos. Bos blijft bos, maar het is natuurlijk wel een triest aanblik dat zo’n bos oprolt.”