VECHTDAL - De vis vindt zijn weg op ‘snelweg’ de Vecht. De afgelopen 4 jaar onderzochten Nederlandse en Duitse organisaties de vismigratie op de Overijsselse Vecht via het project Swimway Vecht. Vele tientallen vissen zijn gezenderd en gedetailleerd gevolgd in een riviersysteem met een lengte van meer dan 200 kilometer (Waddenzee – bron van de Vecht). Voor verschillende vissoorten is het kunnen migreren noodzakelijk voor hun voortbestaan. Diverse stuwen en obstakels in de Vecht kunnen zorgen voor barrières. Hierdoor hebben zeldzame vissoorten zoals bijvoorbeeld de zeeforel of kwabaal moeite om hun levenscyclus te voltooien. Dankzij dit onderzoek zijn de belangrijkste migratieknelpunten voor trekvissen op de Vecht(e) in kaart gebracht. Hiermee kunnen waterbeheerders het beheer en de inrichting van de Vecht verbeteren én de opgedane kennis inzetten om de Vecht ecologisch te versterken.
Samenwerking partijen
Het is fascinerend om vissen te volgen tijdens hun migraties en tegelijkertijd prachtig om te zien hoe de samenwerkende partijen met elkaar, ieder vanuit hun eigen expertise, bijdroegen aan het totale vismigratieonderzoek Swimway. Zo hebben onder andere Waterschap Vechtstromen, Sportvisserij Nederland, Waterschap Drents Overijsselse Delta, Rijkswaterstaat, Niedersächsischer Landesbetrieb kür Wasserwirtschaft, Küsten- und Naturschutz en Landesfischereiverband Westfalen uni Lippe E.v. een belangrijke rol gespeeld in het onderzoek waarbij Sportvisserij Nederland het merendeel van de uitvoering op zich nam.
Vismigratieonderzoek
De resultaten van Swimway Vecht geven aan dat de potentie van de Vecht voor migrerende vissen groot is. Zeldzame vissoorten zoals zeeforel, kwabaal, houting en rivierprik zijn nu al aanwezig in de Vecht. Maar ook andere migrerende soorten als spiering en aal migreren de Vecht in. Bij het bestuderen van de Vecht en het stroomgebied zien we per vissoort meerdere knelpunten en kansen voor verbeteringen. De drie belangrijkste migratieknelpunten zijn:
- De Afsluitdijk zorgt voor een beperkte uittrek van schieraal;
- Het stuwcomplex Vechterweerd is niet passeerbaar voor stroomopwaartse migratie van houting en kwabaal;
- Beide Vechtarmen in Nordhorn zijn niet passeerbaar voor zeeforel die zich juist zich in de bovenlopen van de Vecht voortplant.
Conclusie
De Vecht functioneert op dit moment dus niet volledig als vismigratieroute tussen de zee en de bron. De stroomafwaartse migratie is in principe mogelijk. Vissen zwemmen of driften eenvoudig met de stroming over de stuwen heen. Maar de stroomopwaartse migratie vanaf de zee helemaal naar de bovenlopen van de Vecht en Dinkel is niet mogelijk. Voor verschillende vissoorten zijn er verschillende grote knelpunten.
Aanbevelingen
De komende jaren worden er op de Vecht verschillende vistrappen en meestromende nevengeulen aangepast en gerealiseerd. De vismigratierivier bij de Afsluitdijk leidt er ongetwijfeld toe dat de uitrek van paling, zeeforel en houting groter wordt. Dit biedt kansen voor het hele ecosysteem met bijbehorende planten, vissen en dieren zoals visetende vogels. Meer constant stromend water met ruimte voor de rivier is erg belangrijk zodat we zorgen voor de juiste (vis)leefgebieden.
De onderzoekers pleiten voor een gecoördineerde aanpak en voor blijvende samenwerking. Uit het onderzoek volgen verder, in het kort, de volgende concrete aanbevelingen:
- Meestromende nevengeulen rondom elke stuw;
- Vispassages vernieuwen en beter beheren;
- Verbeteren van het leefgebied door constant stromend water.