Inmiddels is het algemeen bekend dat we in Nederland te maken hebben met een woningtekort. Alleen al in Overijssel moeten de komende jaren zo’n 90.000 huizen worden gebouwd. In veel gemeenten zijn flinke wachtlijsten voor woningzoekenden. De komende jaren zal onze bevolking en het aantal huishoudens nog fors groeien. Tot aan 2030 zal het aantal huishoudens met zo’n één miljoen groeien. Er moet dus naar een oplossing gezocht worden. Dat is waar Tiny Houses ter sprake komen.
Maar wat is een Tiny House nou precies? Het is een kleine volwaardige vrijstaande woning van maximaal 50 m2 met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Ze staan op een (tijdelijke) fundering of op wielen. Een Tiny House is vaak zelfvoorzienend. Het draait vaak om de duurzaamheid bij deze huisjes. Dit komt door zowel het gebruik van de ruimte, materialen, energieverbruik als door de kleine ruimte dwingt het mensen na te denken over hun koopgedrag. “Voor mij is het een voordeel dat ik bewuster om kan gaan met elektriciteit en water”, vertelt Tabitha, zij is 23 jaar en bouwt momenteel haar eigen Tiny House op het erf van haar ouders in Lemelerveld. Verder liggen de bouwkosten van een Tiny House lager dan die van een normaal huis. Meestal ligt de prijs onder de €100.000 (exclusief aankoop/pacht/huur van de grond).
Met het grote tekort aan woningen wordt het heet onder de voeten van woningzoekenden. De woningcorporatie Vechtdal Wonen biedt Tiny Houses aan voor mensen die met spoed opzoek zijn naar een woning. In dat geval kun je denken aan mensen die net gescheiden zijn, geen dak meer boven hun hoofd hebben door een gedwongen verkoop van de woning, afgestudeerden die hun studentenkamer moeten verlaten of arbeidsmigranten. Er zijn een hoop persoonlijke omstandigheden waardoor iemand dringend een betaalbare tijdelijke woonruimte nodig heeft. Vanuit Vechtdal Wonen willen ze alle nieuwe bewoners, nadat ze maximaal twee jaar in een Tiny House hebben gewoond, laten doorstromen naar een andere permanente woning in de huur of in de koop. Vechtdal Wonen noemt een Tiny House ‘een soort springplank naar regie op je eigen leven’.
In het Vechtdal zijn op een aantal plekken Tiny Houses te vinden. In Dedemsvaart, in de Botermanswijk, zijn de eerste 12 Tiny Houses geplaatst en eind 2018 zijn daar de eerste bewoners komen wonen. Daarop volgden nog 15 Tiny Houses in de Vogelbuurt van Hardenberg in december 2019. Voor woningcorporatie Vechtdal Wonen is de locatie van belang, omdat ze het belangrijk vinden dat er verbinding ontstaat met de wijk en haar bewoners. De locaties liggen dus beide in de buurt van een woonwijk en de voorzieningen in het centrum.
Tiny Houses worden voor bepaalde doelgroepen gebouwd. Die kun je globaal in drie groepen onderverdelen: jongeren, spoedzoekers en mensen die bewust willen leven. Jongeren en spoedzoekers gebruiken Tiny Houses vooral als een tussenstop, een woning die ze tijdelijk kunnen huren, voordat ze in een ruimere huisvesting gaan wonen. De derde doelgroep, mensen die bewust willen leven, heeft minder behoefte aan een huurwoning en wil het liefst een eigen Tiny House hebben of maken en voor een langere tijd op een vaste plek blijven wonen.
Tabitha behoort tot de doelgroep van Tiny Houses. Wanneer de bouw van haar Tiny House klaar is, gaat ze met haar huisje verhuizen naar Biddinghuizen. Tabitha ziet verschillende voor- en nadelen aan een Tiny House. “Voor mij is het een voordeel dat ik bewuster om kan gaan met elektriciteit en water. Daarnaast kom ik net in Biddinghuizen te wonen en als ik dan uit mijn grote raam kijk, dan kijk ik uit op de koeien in het weiland. Dat vind ik wel een groot voordeel.” Maar Tabitha ervaart ook de nadelen. “Een nadeel is wel dat het nog vrij nieuw is en daardoor is het nog wel een hele zoektocht voor jezelf en voor de gemeente. Je moet op zoek naar antwoorden die er nog niet zijn of je moet een compromis sluiten. Daardoor is het een leuke zoektocht, maar het is ook uitdagend. Dat kan wel een nadeel zijn. Mensen denken soms dat je met Tiny Houses snel woningen kan maken, maar de regelgeving in Nederland is nog niet zo ver. De gemeente Dronten ondersteunt heel erg, maar het is ook veel zelf regelen. Het is nieuw, dus het kost tijd.” Henri Mors, fractievoorzitter van D66 Ommen, noemt het initiatief van Tabitha om haar eigen huisje te bouwen ‘schitterend’: “Dat zouden veel meer mensen moeten doen. Juist ook omdat er op dit moment heel veel vraag is naar, met name, betaalbare woningen voor starters en kleine gezinnen. We kunnen wel heel veel bouwen in nieuwbouwwijken, maar daar lossen we het probleem met name voor de jongeren helemaal niet mee op.”
Tiny Houses zijn dus betaalbaar, duurzaam en voor veel mensen een goed begin. Maar Tabitha denkt niet dat Tiny Houses de oplossing kunnen zijn voor de woningnood. “De oorsprong van een Tiny House is niet bedoelt om de woningnood op te lossen, maar juist om bewuster te gaan leven. Ik denk daarom niet dat een Tiny House een middel is om de woningnood op te lossen. Ik denk wel dat het een middel is voor mensen die anders willen wonen en daar meer bewuste keuzes in willen maken. Die mensen kunnen dan weer een ander ‘normaal’ huis achterlaten. Maar het is zeker niet dé oplossing.”
Zelf denkt Henri Mors ook niet dat dit op lange termijn de oplossing voor het probleem wordt. “Waarschijnlijk, en dat is mijn visie, alleen op een korte termijn dus niet voor de lange termijn. Het is niet een woning die levensbestendig hoeft te zijn. Juist voor een starter of een klein gezin is het een heel goed begin om daar een opstap mee te maken in de woningmarkt.” Volgens Mors zal er altijd behoefte blijven aan kleine, goedkope woningen voor starters. Als iemand blijft wonen in een Tiny House dan komt hij ook niet meer vrij voor de doelgroep waar hij eigenlijk voor bedoeld is. Daarom benadrukt hij dat de doorstroming er moet kunnen zijn om van een Tiny House naar een woning die al bestaat te gaan en dan later weer naar een wat duurdere woning te verhuizen. Mors voegt nog toe: “Veel ouderen zitten in een eengezinswoning terwijl ze eigenlijk naar een kleinere woning willen gaan. Op die manier kan de eengezinswoning ook weer vrijkomen voor diegene die daar dan weer behoefte aan hebben.”