Bob Radstake, ‘duurzaamste inwoner van Overijssel’, heeft advies
Joke Polet /
DALFSEN - In 2023 werd Dalfsen uitgeroepen tot de duurzaamste gemeente van Overijssel. Ook vandaag de dag zijn er veel duurzaamheidsinitiatieven in Dalfsen. Vanaf 1 april kunnen inwoners bijvoorbeeld opnieuw klimaatsubsidie aanvragen om hun huis beter te isoleren, regenwater op te vangen of een groen dak aan te leggen. Maar wat betekent duurzaamheid nou eigenlijk? En in hoeverre zijn de initiatieven vanuit de gemeente duurzaam? Bob Radstake, die in de bossen van Dalfsen verblijft in een gerecycled huis en zichzelf ziet als onderdeel van het ecosysteem, heeft daar zo zijn eigen ideeën over. Geef burgers meer ruimte voor initiatieven.
Duurzaamheid in de realiteit
“Duurzaam betekent eigenlijk lang houdbaar”, zegt Bob terwijl hij op een houten stoel heen en weer wiegt. Achter hem staat een rond huis dat hij zelf aan het bouwen is en wat al flink vorm begint te krijgen. Hij noemt het een ‘kunstzinnig gerecycled huis’, gemaakt van natuurlijk en hergebruikt materiaal. Buigzame wilgentakken, cementplaten en muren van houtwol geven het huis een bijna sprookjesachtig effect. Hij verblijft hier samen met zijn gezin. Ze worden ook wel het “duurzaamste gezin” van Overijssel genoemd. “Ooit heeft een professor een berekening gedaan waaruit naar voren kwam dat een gewoon houten huis duurzamer zou zijn dan een huis volledig gemaakt van natuurlijk materiaal. Omdat ze in de berekeningen dan ook meenemen dat het hout, als het huis op is, weer opgestoken kan worden in de centrale.” Bob vindt dat een onlogisch argument. “In die zin zou een huis van uranium duurzaam zijn, want dat kan achteraf een kerncentrale in.” Volgens hem staan deze berekeningen van wat duurzaam is ver af van de realiteit. Volgens Bob denken de meeste mensen daarnaast dat duurzaamheid betekent: iets ouds vervangen door iets nieuws dat ‘groen’ is. “Maar waarom zouden we niet gewoon repareren, hergebruiken en delen?” Dat hij pleit voor consuminderen en recyclen in plaats van consumeren blijkt wel uit de spullen in zijn tuin: een tweedehands heftruck accu, planken en deurtjes van oude meubels en servies dat niet bij elkaar hoort. “We kunnen veel simpeler leven, leren om dingen zelf te maken, en we zouden onszelf vaker de vraag moeten stellen: heb ik dit echt nodig?”
Groen als maatstaf
Omdat de term duurzaamheid volgens Bob vaak verschillend en verkeerd geïnterpreteerd wordt, is het ook lastig om te bepalen wanneer een gemeente duurzaam is. Als hij naar de rest van Nederland en de criteria voor duurzame gemeenten kijkt, denkt hij dat het wel zal kloppen dat Dalfsen tot duurzaamste gemeente is uitgeroepen. Maar of ze nou echt uitblinken in duurzaamheid? “Het is denk ik vooral Hoonhorst, het dorpje verderop, dat duurzaam is.” Volgens Bob is dat dorp heel actief bezig met duurzaamheid. “Daar stimuleren ze bijvoorbeeld heel erg de lokale economie. Ze hebben leenauto’s en doen veel duurzame dingen op eigen initiatief.” Dalfsen zelf is een redelijk rijk dorp en dat zie je volgens Bob ook terug. De huizen die gebouwd worden zijn allemaal erg luxe en groot. Als hij let op de factor aanwezigheid van natuur en groen, vindt hij dat Dalfsen heel duurzaam is. “Dalfsen heeft veel bos en groen eromheen”, zegt hij terwijl hij naar de natuur om zich heen kijkt. “Dat is een goede maatstaf.” Hoe duurzaamheid nu wordt toegepast, door middel van bijvoorbeeld zonnepanelen op de daken, zorgt er volgens Bob niet voor dat Dalfsen leefbaarder wordt. “Maar als we het in plaats van duurzaamheid natuurkwaliteit zouden noemen en als we die natuurkwaliteit zouden opkrikken, wordt Dalfsen een stuk aantrekkelijker om te leven. Hoe leuk zou het zijn als mensen uit gemeentetuinen appels uit bomen zouden kunnen plukken?”
Kaders landelijk beleid
Volgens Bob dragen initiatieven van gemeente, zoals de ontspuldagen of de opschoondag die vorige maand werden georganiseerd in het dorp, bij aan bewustwording over duurzaamheid. “Dat is hard nodig in de westerse wegwerpmaatschappij waarin we leven”, zegt hij. Maar klimaatsubsidies zijn er volgens hem alleen voor zaken die eigenlijk helemaal niet zo milieuvriendelijk zijn. Zoals zonnepanelen of een warmtepomp. “Als zonnepanelen op een gegeven moment niet meer voldoende stroom opwekken, kan je er niks meer mee. Dan is het chemisch afval.” Bob zegt dat kortetermijnvisies vanuit de landelijke politiek de efficiëntie van maatregelen tegenwerken: “Je hebt vier jaar tijd om te regeren en daarna is er weer een ander poppetje die zegt: we gaan het toch weer anders doen.” Volgens hem werkt dit niet en kost het klauwen met geld. “Als je vijf jaar geleden een elektrische auto hebt aangeschaft, is dat nu niet meer te betalen”. Burgers gaan hierdoor volgens Bob bij de pakken neerzitten en denken: het is mooi jullie met je milieuvriendelijke oplossingen, ik betaal mij scheel en ik krijg niet het gewenste resultaat. Gemeentes baseren zich op landelijke en provinciale wetgeving. Binnen die kaders hebben ze slechts een klein beetje ruimte om zelf wat te zeggen. Volgens Bob wordt er dus eigenlijk gewoon gedaan wat het land en de provincie willen. Wethouders in gemeentes durven geen alternatieve initiatieven te nemen, want als er dan iets misgaat, is de wethouder degene die aansprakelijk is. “Dan is hij zijn maandinkomen kwijt.” Door het landelijke beleid worden gemeentes dus beperkt. “Terwijl ze ook in gesprek kunnen gaan met de inwoners, met mensen die er werkelijk mee te maken hebben. Ik zou een heleboel dingen kunnen voorleggen waar werkelijk resultaat mee wordt behaald,” zegt hij.
Initiatieven van de burger
Wat Bob, en volgens hem ook andere burgers, nodig hebben van de gemeente? “Ruimte,” zegt hij met een vastberaden blik. “Geef burgers meer ruimte voor initiatieven. Bied mensen met creatieve ideeën voor duurzaamheid de kans om die uit te voeren, ook als ze niet in het standaardplaatje passen. Durf buiten de kaders te stappen.” Volgens Bob hoeft dit niet meteen op grote schaal. Hij zou het een goed idee vinden als een deel van de klimaatsubsidies, bijvoorbeeld tien procent, ingevuld mag worden door mensen met hun eigen idee. En de gemeente beoordeelt dan of het een goed idee is of niet. Hij is ervan overtuigd dat als er één project voor en door Dalfsenaren gedaan wordt de gemeente meteen zal zien dat het een succes is. Op dit moment is hier volgens hem niet genoeg ruimte voor. Hij weet dat er buurtinitiatieven bestaan, maar “wil jij een duurzame speeltuin bouwen voor jouw buurt, dan kom je met duizend euro niet ver.”
Collectieve wijsheid
Een voorbeeld waarbij de verantwoordelijkheid terug wordt gegeven aan de bevolking is het Nationale Burgerberaad Klimaat dat begin dit jaar in het leven werd geroepen. De nationale politiek merkt ook langzamerhand dat inwoners nodig zijn om ingewikkelde vraagstukken op te lossen. Dat de collectieve wijsheid van de samenleving kan worden benut door middel van een burgerberaad. Bob gelooft dat we alleen écht duurzaam kunnen zijn als we weer leren leven als onderdeel van de natuur. “We moeten luisteren naar elkaar, ruimte geven aan creatieve geesten en ons durven afvragen: wat heb ik eigenlijk écht nodig?” Volgens hem begint echte duurzaamheid niet bij grote beleidsnota’s of technologische oplossingen, maar bij de mensen zelf. Als de wijsheid van de samenleving wordt benut en burgers worden betrokken bij het beleid, kan er volgens Bob echt worden gebouwd aan een leefbare en groene toekomst in Dalfsen.
Foto: Floor Deen
- Bron: Floor Deen