Foto Oost Chantal Everaardt

Boerin Rianne blikt terug op vijf jaar protesten

DEDEMSVAART - Rianne Slager vindt dat het boerenprotest vooral voor verbinding heeft gezorgd onder boeren. Ze is zelf niet naar Den Haag geweest, maar ze organiseerde samen met wat andere moeders en oma's een lokaal protest voor hun kinderen op 1 oktober 2019. "We hadden het gevoel dat we moesten, we werden niet gezien, niet gehoord en stonden met onze rug tegen de muur. Dan voel je je machteloos."Met een paar grote trekkers en heel veel kleine traptrekkers werd op de basisschool in Ommerkanaal aandacht gevraagd voor de positie van de (toekomstige) boeren en boerinnen van Nederland. De beelden kwamen zelfs op de landelijke televisie. De zoon en dochter van Rianne en André gaven voor de camera uitleg waarom zij ook protesteerden. Melkveehouder André vond het een fantastische dag. "Het heeft indruk gemaakt die dag, ook al bleven we zelf in de regio, al het nieuws over de boerenprotest volgde ik.''

Saamhorigheid

Wat opviel voor de familie Slager was de grote saamhorigheid onder boeren die na die bewuste 1 oktober ontstond. "Ik heb het gevoel dat wij boeren elkaar begrijpen, dat merkte je wel. Heel bijzonder."Rianne is nog een keer naar een protest geweest. "In Zwolle bij het provinciehuis, maar dat was zo massaal. Dat past niet bij mij. Ik ga liever op kleine schaal het gesprek aan, zoals in ons winkeltje waar mensen dan met vragen komen. Dan leg ik uit waarom wij bepaalde dingen doen en wat voor impact de regelgeving heeft op de sector."

Politiek

Van de politiek wil het stel vooral duidelijkheid en rust. Hun zoon wil graag de boerderij overnemen. André hoopt op een stabiele sector. En ondanks alle reuring kan hij het iedereen aanraden om in de agrarische sector te werken. "Als je maar enthousiast bent. En dat is eigenlijk voor alles zo. Hoe moeilijk het ook is nu voor de sector, als je enthousiast bent, is er altijd wel een mogelijkheid." Dit artikel is tot stand gekomen door het samenwerkingsverband met RTV Oost en RTV Vechtdal  - Foto en tekst Chantal Everaardt