Basisregels voor de lokale omroep
Het is zo geregeld in ons land, dat lokale omroepen elke vijf jaar een nieuwe goedkeuring nodig hebben om te kunnen voortbestaan. Het Commissariaat voor de Media (CvdM) verstrekt daarvoor een 'aanwijzing', op advies van de gemeenteraad. Die beoordeelt of aan de initiatief nemende organisatie het vertrouwen toekomt om algemene middelen te gebruiken voor het uitzenden van een programma via de media.
De beoordeling berust op twee hoofdcriteria: vertegenwoordiging van in het uitzendgebied voorkomende sociaal-culturele stromingen en bij elke verlenging van de aanwijzing een gunstig advies van de gemeenteraden in hun uitzendgebied.
Stelselwijziging naar streekomroep RTV4
In 2024 publiceerden we een Plan van Aanpak voor onze toekomst als streekomroep (te raadplegen via deze link). Het omvat onze beleidsvoornemens in reactie op de door het Kabinet aangekondigde stelselwijziging voor de lokale omroepen. Deze betekent het begin van streekomroepen (en het eind van de lokale omroepen). Er bestonden meer dan 220 lokale omroepen in ons land, die naar de mening van diverse adviesinstanties en de Tweede Kamer op professioneel niveau een bijdrage aan de lokale democratie zouden kunnen -en moeten- leveren. Dankzij een nieuw financieringssysteem krijgen de nieuw te vormen streekomroepen de kans zich als streekomroep te bewijzen, door op professionele wijze journalistiek bij te dragen aan de lokale democratie.
Vanaf 1 januari 2026 gaan de samenwerkende lokale omroepen van Hardenberg ('omroep NOOS'), Twenterand ('Delta Media Groep') en Dalfsen - Ommen ('RTV Vechtdal') op in de Stichting RTV4 ('Regio Twenterand Vechtdal'), het mediabedrijf voor de vier gemeenten Dalfsen, Ommen, Hardenberg en Twenterand.