Als teamleider in het voortgezet onderwijs had ik ook de taak om alles buiten het vakonderwijs goed te laten verlopen. Op een van de eerste teamvergaderingen probeerde ik dat meestal te regelen.
Het lokaal stroomt langzaam maar zeker vol. Dit keer niet met leerlingen maar met docenten. Van voor de klas kijk ik naar de binnenkomende collega’s. Jeanette die acrobatisch met een koffiebeker in haar mond, een mobiele telefoon in haar ene hand, en een artistieke tas in haar andere, de deur opent en achter zich dicht doet, vlak voor Simon die net een boterham zijn mond in schuift. Het is vijf over drie en ik wil graag beginnen met het team overleg. In U vorm zitten ze alles behalve afwachtend klaar voor mijn stereotiepe startzin :”Collega’s…. laten we beginnen.” Joke zit nog werk na te kijken, Henk leest de agenda door, Wim en Aleida wisselen snoep uit en hebben het samen heel goed zo te zien. Achterin wordt de krant nog gelezen en zit Jaap nog een paar schetsjes te maken terwijl hij zijn collega’s observeert. Een pracht team met veel ambitie en creativiteit. Ook deze vergadering zal wel weer anders verlopen dan dat ik verwacht. "Collega's laten we beginnen”. Hier en daar kijkt men mij aan. Anderen gaan door met waar ze mee bezig waren en denken dat ze twee, soms zelfs drie dingen tegelijk kunnen. We beginnen met het plannen van de lessen over sociaal maatschappelijke onderwerpen. Niet alles kan tijdens de mentorles en daarom verdelen we ze over de andere vakken. Verkeerslessen, vuurwerklessen, voorlichting alcohol en drugs, voorlichting over taalgebruik, eetstoornissen en gezonde voeding. Ongeboren kinderen, depressiviteit, loverboys, sociale media, kindermishandeling, asielzoekers en discriminatie. Homo lesbisch en transgender, natuurbehoud, zinloos geweld, verleiding in de reclame, milieu met daarbij het opruimen van zwerfafval in de buurt. Ook de acties rond kika, spierziekte en ontwikkelingswerk in Afrika krijgen een plaats. Tijdens het uitwisselen van argumenten waarom een les niet tijdens aardrijkskunde kan worden gegeven en beter past bij Engels, denk ik terug aan mijn schooltijd op de mulo. Examen in twaalf vakken in plaats van zes maar dan ook alleen maar les in die twaalf vakken. De rest kon je leren op de straat en soms zelfs uit ervaring.
De vergadering gaat verder, verder met vandaag: op welk moment kan de steunles dyslexie, dyscalculie of sociale vaardigheid gegeven worden? Nee, niet op vrijdagmiddag, dan is de aandacht voor het leren er niet meer. De lerares Engels noemt daarvan het ene voorbeeld na het andere. Niet op dinsdag want dan missen ze wiskunde. De reactie op die opmerking is voorspelbaar. Iedere docent is overtuigd van de noodzaak van zijn vak en er zijn al zo weinig lessen. Sommige vakken hebben één of twee lessen per week, achtendertig weken en het is weer vakantie. "Muziek is noodzakelijk" brengt de docent muzikale vorming in. Economie, daar draait het toch om in het leven? hoor ik. Mijn les is op maandag en die valt al zo vaak uit vanwege tweede feestdagen en vergaderingen. Moet het dan na schooltijd? Ook dat kent bezwaren, kinderen die met openbaar vervoer komen gaan het zien als schoolblijven. Als we er niet uit komen heb ik twee mogelijkheden: alles wat er is gezegd meenemen en met een voorstel terug komen op een volgende vergadering, of direct beslissen op grond van eerlijk zullen we alles delen, de lusten en de lasten. Het eerste lijkt me het best en ik vertel de vergadering dat ik met een voorstel terugkom, zo spoedig mogelijk. Achterin kijkt Jaap op van zijn schetsboek en zegt: Neem je dan ook even de excursies, de gastlessen, de vieringen en de projecten mee?