Warm

Warm

Het is warm. Heel warm en mijn kleinkinderen zijn van plan om met hun ouders mij te komen bezoeken. Juist nu. Omdat ik natuurlijk niet de opa wil zijn waar niks kan, heb ik de tuin erop voorbereid. Een klein zwembadje is voorzien van speelzand. Een wasrek staat klaar met een paar lakens er over heen. Het zwembadje is gevuld met lauw water en de tuinstoelen staan onder  het afdakje.  Ik ben er klaar voor. Even later arriveren ze. “Dag opa” “Dat is mijn opa “ roept zijn neefje. Voordat het ruzie wordt grijpen de moeders in en proberen uit te leggen hoe het kan dat je dezelfde opa hebt. . Na de koffie en de hoognodige uitwisseling van onbelangrijke wetenswaardigheden kijk ik rond in de tuin. Het zand is onaangeroerd. De lakens liggen nog naast het wasrek. De drijfbeestjes dobberen in het rimpelloze water. Geen kleinkind te zien. Waar zijn ze? Op zoek in het huis kom ik er een tegen voor de boekenkast met een stapel boekjes naast zich en een Donald Duck in de hand. De ander heeft iets met een scherm gevonden.  Dan grijpen de moeders in. “Ga toch lekker buiten spelen joh.” Zwembroekje aan,  met zonnebrandcrème insmeren en hup naar buiten. Met een zucht wordt er aanstalten gemaakt om mij te laten genieten. Als de kinderen het fijn hebben ben ik gelukkig. Dan komt de vraag waar ik niet op had gerekend. "Opa, kom je ook in het zwembad?” Zo groot is het zwembad nu ook weer niet en nat worden is niet mijn grootste wens. Dan maar een smoes. “Opa is een beetje ziek dus dat kan even niet.“  Ik ben gered. Maar dan had ik buiten de Bijbelkennis van een vijfjarige gerekend. “Dan moet je juist in bad komen en zeven keer onder water gaan, dan ben je zo weer beter.”