Piet Hoesten

Hoesten

Het is kwart over drie als ik dit schrijf. ‘s  Morgens.  Buiten is het donker.  Verdrietig donker. Om twee uur schrok ik wakker van het hoesten. Een schorre piepende hoestbui. Slapen lukte niet meer en liggen wachten en woelen tot de volgende bui vond ik te benauwd. Mijn vrouw slaapt al een paar nachten op zolder. Ze is zelf gegaan. Ik heb aangeboden om daar te slapen maar ze is lief. “Jij bent ziek” zei ze en ze pakte haar kussen onder de arm en verdween. Hopelijk slaapt ze nu wel want daar heb ik alleen maar baat bij. Het begon als een klein kriebeltje in de keel. Dat gaat wel over dacht ik. 't s zomer toch. Maar nee, loopneus, branderige keel  en dat vreselijke hoesten. Maar weer uit bed, even wat drinken en proberen je longen schoon te hoesten. Vreselijk is het.  

Overdag drentel ik wat door het huis en hoor ik “In de elleboog hoesten “. De nieuwe mores sinds Corona. “Ik kom overal zakdoeken tegen, doe ze toch in de wasmand!” Ja inderdaad, de sfeer wordt er niet beter op. Buiten is het nu stil. Een kat loopt van nergens naar weet ik veel. 

Mijn gedachten gaan terug naar het tell sell programma dat ik even aan had. Een schep die ik toch moest kopen. Een schep die ook een zaag, een bijl, een hak  en wat niet meer was. “Waarom had ik die nog nooit gekocht ?”dacht ik. Onmisbaar toch? Of de ladder die in allerlei standen kon worden gevouwen. Ook zo onmisbaar. Hoe gelukkig waren de kopers en hoe blij waren ze bezig met hun werk. Dat alles kon ook mij ten deel vallen voor nog geen zeventig euro, eenvoudig te betalen in eenvoudige termijnen. Even later droom ik van opvouwbare scheppen waarmee je een ladder kunt maken om een boom mee te lijf te gaan. 

Opeens is er leven in de straat. Wie is er zo vroeg? Moet ik 112 bellen? Zit ik hier niet voor niks? Hij zet zijn fiets tegen een lantaarnpaal en loopt een oprit op. Met mijn telefoon in de hand kijk ik wat er gebeurt. Dan herken ik de fiets met zijn brede tassen. De krantenman die voorzichtig zijn abonnees voorziet van het laatste nieuws.  Verbaasd kijk ik hem na. Zo vroeg wakker. 't Is tijd om te slapen man.